Elektronisch cognossement krijgt dezelfde werking als papieren versie
Bij het vervoer van goederen over zee wordt een zogeheten cognossement gebruikt. Dit cognossement is een waardepapier dat wordt afgegeven door de vervoerder. In het internationale vervoer wordt in de praktijk steeds vaker gebruik gemaakt van een elektronische variant van een dergelijk document. Staatssecretaris Rechtsbescherming Teun Struycken en minister van Infrastructuur en Waterstaat Barry Madlener hebben een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer dat duidelijkheid geeft over de gevallen waarin deze elektronische variant dezelfde werking heeft als een papieren cognossement.
In het cognossement verklaart de vervoerder dat hij bepaalde goederen in ontvangst heeft genomen, dat hij die zal vervoeren naar een bepaalde plaats en onder welke voorwaarden het vervoer plaatsvindt. Verder blijkt uit het cognossement wie het recht heeft aflevering van de zaken van de vervoerder te eisen. In de praktijk bleek behoefte aan een regeling die duidelijk maakt of en onder welke omstandigheden een elektronisch cognossement gelijk is aan een papieren variant. Een elektronisch cognossement kan namelijk niet fysiek worden afgegeven door de vervoerder aan de afzender.
Het ingediende wetsvoorstel geeft aan de praktijk de gewenste duidelijkheid in de gevallen waarin een elektronisch cognossement wordt gebruikt. Daarvoor wordt Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek gewijzigd. Alle partijen die betrokken zijn bij het vervoer van goederen hebben hier belang bij, zoals afzenders, reders, vervoerders en banken. De geboden duidelijkheid over het elektronische cognossement draagt bij aan de digitalisering van transportinformatie in de logistieke sector én aan het toekomstbestendig en techniekneutraal maken van het Burgerlijk Wetboek.